A review by Alex Prior

Alex Prior, Artist and Photo book reviewer wrote about my work after sending him a copy of ‘Where the spirit meets the bone’.
I tried to translate it in Dutch below.


Bodies in flux, in ferment, in vital motion, as if pausing even for the briefest of moments would lead to a decay, a rust setting into to supple bones.

Invisible trails left in their wake, the air being the only witness, scythed, and caught between fingers and thighs and toes.
An internal rhythm is established, a connection made to memories past and moments present, breathe is draw and muscles tensed, before intuition takes over and leads the body in unplanned directions.

Turns and twists, trusting in the fine balance between thrust and momentum.
Heady contortions.
Silent, but for the quick strike of breath, pounding of soles to the floor and the soft slap of limb against limb.
A wordless salvo, conversations woven in space, calligraphic lines traced by fingertips and toes, arcing, halting, falling.

Each pause framed as sculptural majesty.
Carved in space and cast in fading light.
Compressed then stretched, pliable like clay continously formed and reformed by a restless mind.

Breathless bounding forward only to be repelled by some invisible force, a shock wave, a shadow that mimicks and mocks.
Veins protrude and muscles burn, tendons stretch, and new limits are reached and then surpassed.

At the edge, the limit, the litmus, but not the end.
Each new swoop and sway of limb and breathe took into lung is a kind of freedom reached.
The body as a murmuration.

Alex Prior
@photobook_reviewer

(Dutch translation)


Lichamen in beweging, in gisting, in vitale beweging, alsof zelfs het kortste moment van pauze tot verval zou leiden, tot roest die zich nestelt in soepele botten.

Onzichtbare sporen achtergelaten in hun kielzog, waarbij de lucht de enige getuige is, afgesneden en gevangen tussen vingers en dijen en tenen. Een interne cadans wordt vastgesteld, een verbinding gemaakt met herinneringen uit het verleden en momenten in het heden, adem wordt ingehaald en spieren spannen zich aan, voordat intuïtie het overneemt en het lichaam in ongeplande richtingen leidt.

Wendingen en draaien, vertrouwend op de fijne balans tussen kracht en momentum. Bedwelmende kronkels. Stilte, behalve het snelle snakken naar adem, het bonzen van voeten op de vloer en de zachte klap van ledemaat tegen ledemaat. Een woordeloos salvo, gesprekken geweven in de ruimte, kalligrafische lijnen getraceerd door vingertoppen en tenen, boogvormig, stilstaand, vallend.

Elke pauze omlijst als sculpturale majesteit. Uitgehouwen in de ruimte en gegoten in vervagend licht. Samengeperst en vervolgens uitgerekt, kneedbaar als klei, voortdurend gevormd en hervormd door een rusteloze geest.

Ademloos voorwaarts springend, alleen om te worden teruggeworpen door een onzichtbare kracht, een schokgolf, een schaduw die nabootst en bespot. Aders steken uit en spieren branden, pezen strekken zich uit en nieuwe grenzen worden bereikt en vervolgens overschreden.

Op de rand, de grens, de lakmoesproef, maar niet het einde. Elke nieuwe duik en zwaai van ledemaat en elke ingeademde ademhaling is een soort bereikte vrijheid. Het lichaam als een zwerm.